Mijn Colruyt is nu zo’n half jaar geleden verbouwd. Ik had er grote verwachtingen van: een Colruyt met zijn prachtige assortiment in een moderne vormgeving. Weg met de onvindbaarheid van je favoriete producten, weg met de omgekeerde lege kratten en ladders waar je moest opklimmen om het gewenste product te bekomen. Helaas en tegelijkertijd oké dat toch nog veel bij het oude is gebleven. Jammer genoeg is dat mooie assortiment niet bij het oude gebleven. Tevergeefs ging ik op zoek naar mijn oude vertrouwde ‘Blanquette de Limoux’, mijn eigenste huismerk schuimwijn, waarmee ik zo mooi kon uitpakken tegen de snobistische Champagneliefhebbers en de contemporaine drinkers van Cava en Prosecco. Inderdaad mijn geliefde ‘Blanquette’ heeft plaats moeten maken voor, jawel, Cava en Prosecco. Duizendmaal zonde, een traditionele Franse wijn moest het afleggen tegen een ‘moderne wereldwijn’. Met die moderne wereldwijnen is overigens niets mis, wel erg jammer dat het met die traditionele hoogwaardige Franse wijnen mis moet gaan. Weg is mijn Blanquette en als ik hem nog wil, moet ik de grens over, naar Rijsel of Lille zoals u wilt. Maar veel erger nog is het gesteld met de ‘beenhouwerij”, de slager. Ze zijn er niet meer, de kalfsnieren, de rundstong en de (met gehakt) gevulde tomaten. Je kan nog kloppen op de deur van de beenhouwerij, en misschien hebben ze dan volgende week die rundstong: ja misschien maar intussen zit ik wel mooi verlegen om dit prachtige stuk orgaanvlees.
Reacties