Het stoken van brandewijn op basis van rijst in het dorpje Ban Xang Hai bij Luang Prabang
van rijstwijn gestookte brandewijn met slangen en schorpioenen. In Vietnam had ik deze drankjes al eens eerder geprobeerd maar moest al gauw concluderen dat het mijn smaak niet is. Waarschijnlijk vind de oorsprong van het toevoegen van deze dieren in een (vermeende) medicinale reden
Tocht over de Mekong van Luang Prabang naar Ban Xang Hai en de grotten van Pak Ou.
Een boottocht 35 km stroomopwaarts in een veel te grote boot met ons twee en de schipper. In Luang Prabang liggen veel te veel boten aan de rivier te wchten op klanten. De concurrentie is veel te groot en iedere bootsman neemt genoegen met twee passagiers om toch maar wat te kunnen verdienen. Op iedere boot is plaats voor ongeveer 12 personen en als zo'n boot regelmatig vol zit, kan de bootsman waarschijnlijk wel een modaal loon verdienen. Helaas, ze zijn zeldzaam de boten die ik zie varen met meer dan vier passagiers.
De tocht zzelf is niet spectaculair maar wel plezierig mooi. We stoppen eerst bij het dorp Xang Hai. Het eerste wat hier opvalt is de armoedigheid tegenover het toch wel luxe gerestaureerde en door Unesco gesubsidieerde Luang Prabang. In het dorp komen direct de kinderen je tegemoet die je proberen van alles te verkopen. In de smalle uit verharde grond bestaande straatjes zijn de vrouwen van het dorp aan het weven, schoonmaken en bezig met de verkoop van de zelf vervaardigde textiel en Lao=lao (een destillaat van rijstwijn) met of zonder slangen en schorpioenen op fles gezet. Zoals te verwachten is, wordt er slechts weinig verkocht. Waar dienen die verdomde toeristen toch voor?
Per huis of vier – vijf staat een knoeperd van een schotelantenne en bij velen staat de TV aan zonder dat er echt naar gekeken wordt.
We trekken verder naar de grotten van Pak Ou, een boedhistisch heiligdom. Een vermoeiende kort klim langs steile trappen in een te overweldigende hitte. Zweten, hard zweten, al lijken sommigen er geen last van te hebben. De bedelende kinderen die nutteloze spullen trachten te verkopen en voor een klein bedrag een gevangen vogeltje uit zijn kooitje willen loslaten als geluksbrenger beschouwen we als toerist soms als lastig, waarschijnlijk vinden zij ons, bezoekers van hun land slechts krenterige kneuten die geen waardering voor hun activiteit kunnen opbrengen. We keren terug naar Luang Prabang en na 4,5 uur zit onze tocht er op. De bootsman probeert ons nog te strikken voor een volgende tocht morgen, naar de watervallen. We houden het nog even in beraad. Als we afscheid nemen, tovert hij van onder het luik nog een dode civetkat te voorschijn. Waar die vandaan komt en wat hij ermee gaat doen? Gekocht terwijl wij de grotten bezochten, en opeten natuurlijk. Beschermde diersoort! ja, dat zal wel. Aanmatigend, doch goed bedoelend vertellen dat dat eigenlijk niet kan? Wij niet!
Reacties