Het boek 'Flavour' van culinair idool Ottolenghi krijgt er in het artikel van Martine Kamsma in de NRC van 19 september behoorlijk van langs. En terecht, het is mij uit het hart gegrepen. Dat hij één van de beste moderne koks is, daar twijfelt niemand aan, maar wat een aanstellerij al die speciale, bijzondere, unieke, exotische producten. En hij is niet alleen. Als ik naar de menukaarten van de toprestaurants speur dan valt mij op dat ze hun gigantische best doen om toch maar specialer en meer bijzonder te zijn dan hun topcollega's. Dat doen ze voornamelijk door met ronkende namen van wel heel speciale producten te pronken.
Martine Kamsma heeft gelijk. Je zoekt je rot naar die producten, je gebruikt ze een keer, je keukenkasten barsten uit hun voegen tot het moment dat je toch maar beslist om eens op te ruimen.
Trouwens nog wat: al die instagram foto's van de gerechten van Ottolenghi zien er heel stoer uit in hun fotografische setting. Geen opsmuk maar stoer, heel natuurlijk. En ja, je kunt het thuis ook maken mits je alle ingrediënten hebt kunnen verzamelen en het resultaat mag er zijn. Maar ... het ziet er goed uit in de pan of in de ovenschaal, het moet dan echter nog op het bord en ik heb niet dat mooie servies zoals op die culinaire instagram afbeeldingen of die fotografische setting en ik zie de gasten aan tafel denken "wie doet er hem eens een goed kookboek cadeau?"
Ik ben het nooit eens geweest met de overdreven bepoteling van gerechten om er kunstwerkjes van te maken en daarom was Ottolenghi voor mij een openbaring, eindelijk genoeg van die ijdeltuiterij op het bord, het is eten, weet je wel en ja zeker, het oog wil ook wat maar al dat gefrutsel en die bepoteling is er zwaar over. Maar helaas, de aantrekkelijke stoerheid van Ottolenghi's gerechten verdwijnt van zodra je het op gewone huishoudelijke borden moet serveren vanaf dan is het een slagveld. Oh, ja je kunt altijd nog in bowls serveren met een lepel. oké dan.
Reacties